
Energiesystemen
Het lichaam haalt de energie die jij nodig hebt voor jouw workout voornamelijk uit koolhydraten en vetten. Hiervoor heeft het lichaam ATP (adenosine trifosfaat) nodig. Er zijn drie energiesystemen die voorzien in deze energiebehoefte.
- Het fosfaten systeem (ATP-CP systeem)
- Het anaerobe of melkzuur systeem
- Het aerobe of zuurstof systeem
Het eerste energiesysteem kan snel over de benodigde energie beschikken omdat er geen zuurstof aan te pas komt. De energierijke fosfaatverbindingen liggen in kleine hoeveelheden in de spieren opgeslagen. Het lichaam kan maar kort energie leveren vanuit het fosfaten systeem, ongeveer tien tot vijftien seconden. Deze manier van energie genereren vindt voornamelijk plaats tijdens intensieve inspanningen zoals sprinten of zware krachttraining.
Het tweede systeem (anaeroob) heeft voldoende energievoorraad voor tien seconden tot drie minuten. Ook in dit systeem is geen zuurstof aanwezig maar wordt energie gehaald uit glucose en glycogeen. Hierdoor ontstaat melkzuur wat een gevoel van verzuring in je spieren geeft.
In het derde systeem (aeroob) heeft je lichaam meer tijd om ook vetten te gebruiken als energievoorziening. De tussenkomst van zuurstof zorgt ervoor dat de energieproductie langzamer tot stand komt maar de energie kan wel langer gebruikt worden. Door de aanwezigheid van zuurstof krijgt het melkzuur niet de kans om zich op te hopen.